Bij slagbal word er gespeeld op gras. De deelnemers worden over twee teams verdeeld, en het spel word in "twee helften" gespeeld. In een helft is het ene team het veldteam en het andere team het slagteam. Er is een scheidsrechter die beoordeeld de slagen, die "brand" en schrijft de punten op. Een goedgekeurde slag is een slag die binnen de honken nr. 1 en 4 valt en van te voren niet stuitert. Alle honken moeten gepasseerd worden en mogen tijdens het spel niet worden verplaatst. Veldspelers die bij honk 1,2 of 3 staan moeten achter het honk staan wanneer ze op een slag wachten. Wanneer een speler honk nr.4 gepasseerd is hij "binnen". Een team kan uitgebrand worden als alle spelers in het team zich op het veld bevinden en het niemand gelukt is om "binnen" te komen. In dit geval worden de teams onmiddellijk gewisseld, ongeacht de speeltijd. Er word gespeeld met een ronde of een platte bat, een bal, er is 1 thuisbasis en 4 hogere hoektekens (honken). Grootte doos: 69x14, 5x8cm - Gewicht: 1,65 kg - inclusief: - 1 ronde bat, 68cm (rood) - 1 platte bat, 60cm (rood) - 1 thuisbasis, 12x23cm - 4 hogere hoektekens - 1 bal Ø 7cm - Meertalige regels en instructies