De amfibische Schwimmwagen was een voer/vaartuig gebaseerd op de door Dr. Ferdinand Porsche in 1938 ontworpen Volkswagen Kever.


De Volkswagen Kever, die als de Duitse nationale auto wordt gezien, werd in 1938 ontworpen door Dr. Ferdinand Porsche, de grondlegger van de beroemde sportwagen fabrikant, "Porsche". De uitstekende eigenschappen van de Beetle waren de weergaloze duurzaamheid en de lage productiekosten. Het Duitse leger besloot om op basis van dit kleine, taaie en goedkope voertuig een ??militair versie te ontwikkelen. Er werden als proef verschillende soorten militaire voertuigen geproduceerd. De amfibische Schwimmwagen van het type 128 was er een van. Na verdere verfijningen werd het voertuig officieel aangeduid als de "Schwimmwagen type 166" en de massaproductie begon in 1942. De hoog geplaatste uitlaatpijp aan de achterkant zag er heel apart uit maar dit was natuurlijk onvermijdelijk voor het gebruik van het voertuig op het water. De in de achterzijde gemonteerde, luchtgekoelde 4 cilinder motor had een inhoud van 1130 cc en een vermogen van 25 pk. Op de weg haalde het voertuig een snelheid van 80 km/u, op het water maximaal 10 km/u. Voor de voortstuwing op het water had het voertuig een kantelbare schroef aan de achterzijde die, indien neergelaten, via een korte ketting werd aangedreven door een aftakas op de motor. De besturing op het water werd, net als op het land, gedaan met de voorwielen, die in het water als roeren dienden. In totaal werden rond de 15.000 Type 166's geproduceerd die voornamelijk ingezet werden voor verkenning. Ze hadden aan het front een levensduur van gemiddeld zes weken. In 1944 werd de productie gestaakt.