Kent u dat? Uren gezwoegd in de keuken om een heerlijk diner te bereiden voor uw vrienden of familie en dan blijkt de kip helemaal niet gaar van binnen. Of dat de rosbief te lang in de oven heeft gelegen, waardoor hij veel te taai is geworden. Om dit te voorkomen is een voedselthermometer ideaal. Door de kerntemperatuur te meten van een stuk vlees, kun je zeker weten of het braadstuk de juiste garing heeft bereikt. Hierdoor is het zeer eenvoudig het perfecte stuk vlees op tafel te zetten en wordt uw dinerparty zeker weten een succes.
Ook voor het meten van de temperatuur van wijn, (thee)water, melk en taarten is deze voedselthermometer ideaal. De thermometer heeft een temperatuurbereik van – 50 C° tot 300 C°.

Gebruik bij de bereiding van vlees:
Bereid het vlees volgens het recept en controleer tegen het einde van de bereidingstijd de temperatuur door de pin tot in het midden van het braadstuk te steken, doe de thermometer aan en lees de temperatuur af op het digitale display. Zoek vervolgens op in onderstaande lijst of uw braadstuk de juiste garing heeft bereikt.

Rundvlees:
Rauw: 40-45 C°
Rood: 50-55 C°
Rosé: 55-60 C°
Doorbakken: 65-70 C°

Kalfsvlees:
Rosé: 65-70 C°
Doorbakken: 75-80 C°

Varkensvlees:
Doorbakken: 70-75 C°

Lamsvlees:
Rosé: 60-65 C°
Doorbakken: 70-75 C°

Kip:
Doorbakken: 80 C°

Kalkoen:
Doorbakken: 80-85 C°

Gebruik bij wijn:
Elke wijn smaakt het lekkerst bij een specifieke temperatuur. In veel gevallen staat er op het etiket van de wijnfles een aanbeveling voor de ideale temperatuur. Staat dit niet op de fles, dan kun je de volgende richtlijnen aanhouden:

Zoete roséwijnen: 5 - 8 °C
Droge witte wijnen: 8 - 10 °C
Zoete witte wijnen: 5 - 10 °C
Droge witte wijnen van hoge kwaliteit: 12 - 14 °C
Jonge eenvoudige rode wijnen: 13 - 15 °C
Lichte rode wijnen: 14 - 16 °C
Hoge kwaliteit rode wijnen en oude wijnen: 16 - 19 °C